In het Longen van de Stad project fungeerde het centrum van Eindhoven de afgelopen jaren als ‘Living Lab’ voor onderzoek naar slimme integratie van luchtzuiveringstechnologie in de openbare ruimte met als centrale vraag: ‘Wat is de toegevoegde waarde van gerichte integratie van luchtzuivering, voor de verbetering van de stedelijke luchtkwaliteit?’. Dit project is uitgevoerd door een consortium bestaande uit de gemeente Eindhoven, Technische Universiteit Eindhoven, Air Liquide en ENS Clean Air.
in 2016 is er een wetenschappelijke haalbaarheidsstudie uitgevoerd, waarin de potentie van grootschalige implementatie van luchtzuivering in parkeergarages werd onderzocht voor de binnenstad van Eindhoven. Met behulp van luchtstromingssimulaties werd aangetoond dat met de Longen van de Stad aanpak een groot potentieel heeft. In de directe omgeving van parkeergarages zijn de fijnstofconcentraties met 30 tot 50% verminderd en tot op een kilometer afstand zelfs met 10%.
Om de Longen van de Stad-aanpak in de praktijk te toetsen is op het Stadhuisplein in Eindhoven een grootschalig experimenteel onderzoek uitgevoerd. Een speciaal ontworpen luchtzuiveringsinstallatie verwijderde fijnstof uit de ventilatielucht van de parkeergarage onder het plein en stootte deze gezuiverde lucht vervolgens uit over het plein. Over een periode van 6 maanden leverde hoogwaardige monitoringapparatuur zeer gedetailleerde gegevens over fijnstofconcentraties en weersomstandigheden op het plein en in de omliggende straten.
De projectresultaten laten zien dat Longen van de Stad een technisch haalbare strategie is die kan bijdragen aan een significante vermindering van de blootstelling aan fijnstof. Longen van de Stad kan als aanpak een aanvulling zijn op lokaal beleid voor schone lucht en biedt de tools om op vele manieren in de stedelijke omgeving te worden geïntegreerd. Ons team van luchtstromingsspecialisten en ingenieurs kunnen het effect van Longen van de Stad analyseren voor uw stad.
1
Indien noodzakelijk, het opsporen van hotspot locaties, zoeken naar geschikte integratiemogelijkheden binnen de stedelijke omgeving en afstemmen van benodigde (of gewenste) zuiveringscapaciteit.
2
In kaart brengen van gebouwvolumes, terreinkarakteristieken en hoogtevariaties. Definiëren van lokale fijnstof bronnen, ventilatiekarakteristieken gebouwen en meest voorkomende windcondities. Afstemmen meest geschikte methode effectbepaling.
3
Analyse van verspreiding van onbehandelde en behandelde lucht naar omliggend gebied (op gewenst detailniveau) voor meest relevante randvoorwaarden, om bandbreedte fijnstofreductie te duiden.
4
Indien mogelijk middels geijkte rekenmethoden en/of wetenschappelijke literatuur de potentiële gezondheidswinst bepalen.